Waar werkt een slager?

Waar werkt een slager?

Een slager of beenhouwer (Belgisch-Nederlands) is een persoon die beroepsmatig stukken vlees snijdt en voorbereidt voor verkoop of gebruik. Slagers werken in slagerijen, toeleverende bedrijven of supermarkten. Behalve bij zogenaamde zelfslachtende slagers worden karkasdelen vanuit slachterijen aangeleverd.

Wat verkoopt de slager?

Een slagerij is een winkel gespecialiseerd in vlees en vleeswaren. De uitbater, vaak ook de eigenaar, noemt men de slager. In Vlaanderen worden ook de termen beenhouwerij en beenhouwer nog gebruikt. Het vlees en de vleeswaren zijn over het algemeen, en vroeger zeker, uitsluitend rund- en varkensvlees.

Wat is de definitie van vlees?

Vlees is het spierweefsel van het dier, dat daarvoor geslacht en verwerkt is tot een hoogwaardig en lekker voedingsmiddel. Het is feitelijk een geheel van spierweefsel, vetweefsel, bindweefsel en vocht. De belangrijke bouwstoffen van het spierweefsel zijn de eiwitten myosine en actine.

Wat heb je nodig voor een slagerij?

Hoe word je een Slager? Om te gaan werken als Slager kan men de opleiding Vakbekwaam Medewerker Versdetailhandel (Slager-Traiteur) volgen. Dit is een MBO niveau-3 opleiding. Daarna kan eventueel de opleiding Ondernemer Slagerij (MBO niveau-4) gevolgd worden.

Wat verdient een slager in loondienst?

Check je salaris! Het aanvangssalaris van een Slagers, vishandelaren e.d. bedraag meestal tussen de € 1.448 en € 2.412 bruto per maand. Na een dienstverband van 5 jaar bedraagt het salaris tussen de € 1.695 en € 2.766 per maand bij een werkweek van 38 uur.

Wat gebruikt een slager?

Bepaalde vleesproducten worden in de slagerij gemaakt, zoals worst of gehakt. De Slager maalt het vlees met speciale machines en voegt ingrediënten toe, bijvoorbeeld kruiden. Voor het vullen van worst gebruikt de Slager een stopmachine.

Waaronder valt een slagerij?

Onder slagerijen vallen winkels in vlees en vleeswaren, eventueel in combinatie met (a) uitbenen, uitvliezen, kantsnijden, schoonmaken en voor korte tijd conserveren, (b) in beperkte mate slachten van levend ingekocht slachtvee en (c) het vervaardigen van vleeswaren, -salades en -snacks en dergelijke.

Gerelateerde berichten