Inhoudsopgave
Wat doet de overheid bij een laagconjunctuur?
In een laagconjunctuur kan een overheid met een procyclisch beleid ervoor zorgen dat de geaggregeerde vraag daalt. Een overheid kan bijvoorbeeld hogere belastingen invoeren of de overheidsuitgaven verminderen. Dit zorgt ervoor dat de al lage geaggregeerde vraag nog verder daalt.
Wat zijn de gevolgen van recessie?
De gevolgen van een recessie kunnen zeer ingrijpend zijn. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld failliet gaan. Wanneer consumenten steeds minder besteden, worden bedrijven direct geraakt. Eerst zullen ze natuurlijk maatregelen nemen: het terugdringen van de productie, personeel ontslaan of geld lenen.
Welke crisissen heeft Nederland gehad?
In 1981/1982 is sprake van een crisis. Ondanks economisch herstel blijft daarna sprake van grote problemen op de arbeidsmarkt. Daaraan komt pas in de loop van de jaren ’90 een eind. In 2002/2003 gaat het weer slecht met de economie, maar deze herstelt zich dit keer sneller.
Wat doet recessie met hypotheekrente?
Groeit de economie, dan stijgt doorgaans het rentepercentage. Na de recessie die in 2008 zijn intrede deed, trekt de economie op dit moment fors aan. Ook voor dit nieuwe jaar wordt volop economische groei verwacht. Dit kan leiden tot een stijging van de rentes.
Wat produceert de overheid?
Productie bij de overheid bestaat bijvoorbeeld uit uitgaven aan overheidsdiensten zoals de brandweer, het basisonderwijs of de aanleg van stadsparken. De toegevoegde waarde bij de overheid wordt berekend aan de hand van de kosten. Deze bestaan voor een groot deel uit ambtenarensalarissen.
Hoe kan de overheid laagconjunctuur tegengaan?
Volgens de anticyclische theorie van Keynes kan de overheid een laagconjunctuur tegengaan door de belastingen te verlagen of meer te investeren in grote publieke projecten. De monetaire autoriteiten kunnen door het laag houden van de rente ook bijdragen aan vermindering van de werkloosheid bij laagconjunctuur.
Welke elementen zijn kenmerkend voor een laagconjunctuur?
Er is een opeenstapeling van problemen: de werkeloosheid stijgt, de winst daalt, de consumenten besteden minder, investeringen blijven achterwege en de productiecapaciteit is onderbezet. Het zijn de kenmerken voor een periode van laagconjunctuur, want laagconjunctuur is vertraging of krimp van de productiegroei.