Welke insuline hoort bij welke injectieplaats?
Vanuit de buik wordt insuline sneller opgenomen dan vanuit de zijkant van de benen of billen. Daarom kunt u snelwerkende insuline (de insuline die u toedient bij de maaltijd) het beste in de buik toedienen en langwerkende insuline in de zijkant van de bovenbenen of billen.
Waar mag je nooit insuline toedienen?
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: – In een geopereerde buik of been. – Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. – Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
Waarom mag ik geen insuline toedienen?
De huidlaag zit bij getrainde mensen vaak strak om de spieren. Spuit de insuline niet te diep. Dus niet in een spier. Dit is pijnlijk en de insuline wordt hierdoor sneller opgenomen.
Waar insuline prikken buik?
De insuline wordt niet overal even snel opgenomen De buik en het bovenbeen zijn de meest gebruikelijke injectieplaatsen1. Bij volwassenen minimaal 1 cm verwijderd van de navel. Bij kinderen minimaal 3 cm verwijderd van de navel. Injectieplaatsen op de buik zorgen voor snelle opname van de insuline.
Waar mag je niet intramusculair injecteren?
Injecteer NOOIT intramusculair:
- zonder voorbereidende maatregelen bij bekend gebruik van antistolling.
- in de buurt van grote bloedvaten.
- in littekenweefsel.
- op plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn.
- in ledematen met trombose of oedeem.
- op plaatsen met rode of blauwe verkleuringen.
- in een geopereerd of te opereren gebied.
Hoe insuline toedienen bij magere mensen?
*Bij kinderen, magere adolescenten en magere volwassenen, kan een injectie met huidplooi eventueel nodig zijn. Pennaalden zijn steriel materiaal en mogen bijgevolg maar 1 KEER gebruikt worden. Op elke verpakking staat de officiële instructie van de Europese standaard EN 980 die hierop wijst .
Waarom zwenk je een insulinepen?
Insuline kan er helder of troebel uitzien. Dit heeft te maken met het soort insuline. Om ervoor te zorgen dat de samenstelling van insuline goed is, wordt geadviseerd om een insulinepen met troebele insuline minstens tien keer op en neer te zwenken totdat deze egaal en wittig is.
Waar injecteer je bij een subcutane injectie?
Bij subcutane injecties vindt inspuiting (injectie) plaats in het onderhuidse bindweefsel, de subcutis. De huid krijgt bloed vanuit de grote slagaders die onder het onderhuidse bindweefsel lopen.