Hoe heet de grafiek van een Wortelfunctie?

Hoe heet de grafiek van een Wortelfunctie?

Zo’n punt waar de grafiek ineens stopt noemen we een RANDPUNT. Die kun je heel simpel vinden: Als je een vergelijking hebt waar ergens een wortel in staat, dan kijk je alleen naar het deel onder de wortel. Als dat deel nul is, dan kan de wortel nog nét en daar heb je dan een randpunt.

Wat is een Wortelfunctie?

Je kunt ook functies tegenkomen waar wortels in voorkomen: de zogenaamde wortelfuncties. Omdat de wortel uit een negatief getal niet bestaat zijn er originelen te bedenken waarvoor de functiewaarden niet bestaan. Vandaar dat het bepalen van het domein en dus ook het bereik onlosmakelijk met wortelfuncties verbonden is.

Hoe bereken je het domein van een Wortelfunctie?

Domein bepalen Het gaat dan om formules met een wortelfunctie en formules waarbij gedeeld wordt door x. Je kan niet worteltrekken van een negatief getal. Kijk naar de volgende functie: f(x) = √(x-4). Het getal onder de wortel mag niet negatief worden, de x mag dus niet lager zijn dan 4.

Hoe noem je het hoogste punt van een grafiek?

Als n een even getal is, dan heeft de grafiek een top. Als a > 0 dan is de top het laagste punt in de grafiek. Als a < 0 dan is de top het hoogste punt in de grafiek.

Hoe maak je een Wortelfunctie?

Voor de standaardvorm voor een wortelfunctie zou je dit voorschrift kunnen nemen: f(x)=a+b c(x−d)

Hoe ziet een Wortelfunctie eruit?

Bij een wortelformule mag het getal waarvan je de wortel moet uitrekenen nooit negatief zijn. Het getal dat je invult en waarmee de wortel precies op nul uitkomt, noemen we de beginwaarde. De volgende formule is een wortelverband: y = 2 + √(x-5). De beginwaarde is 5, want 5-5=0.

Wat is de periode van een grafiek?

Als een stuk grafiek zich steeds weer precies herhaalt, spreken we van een periodieke grafiek. De tijdsduur van het zich herhalende stuk heet de periode. Een periodieke grafiek verandert dus niet als je hem horizontaal over één periode verschuift, naar links of naar rechts.

Wat is een invoerwaarde wiskunde?

Bij een functie kun je een tabel maken en een grafiek tekenen. De invoerwaarden komen op de horizontale as, de x -as. De uitkomsten heten functiewaarden. De functiewaarde bij x=1 is bijvoorbeeld y(1)=-13+4⋅1=3 y ( 1 ) = – 1 3 + 4 ⋅ 1 = 3 .

Gerelateerde berichten