Inhoudsopgave
- 1 Hoe worden erfelijke eigenschappen doorgegeven aan nakomelingen?
- 2 Hoe worden erfelijke kenmerken van generatie op generatie overgedragen?
- 3 Hoeveel allelen in een gen?
- 4 Hoe wordt een genetisch onderzoek gedaan?
- 5 Welke kenmerken zijn erfelijk?
- 6 Welke uiterlijke kenmerken zijn dominant?
- 7 Hoe ontstaat het genotype van een organisme?
- 8 Waar zitten geslachtschromosomen?
- 9 Van wie heb je de erfelijke eigenschappen in je DNA geerfd?
Hoe worden erfelijke eigenschappen doorgegeven aan nakomelingen?
De vererving van eigenschappen gebeurt in de eerste plaats door middel van genen: eenheden van erfelijke informatie. Genen maken deel uit van het DNA: een lang molecuul dat voorkomt in alle levende cellen. De bouwstenen van DNA, nucleotiden genaamd, zijn in een specifieke volgorde achter elkaar gelegen.
Hoe worden erfelijke kenmerken van generatie op generatie overgedragen?
Je geeft je DNA over. DNA is een molecuul dat al het erfelijke materiaal van een organisme bevat. Het DNA van beide ouders wordt overgegeven tijdens de bevruchting. Tijdens de bevruchting versmelten twee kernen van geslachtcellen met elkaar.
Hoeveel allelen in een gen?
Van elk gen heeft een diploïd organisme twee allelen: in de chromosomen liggen de allelen op dezelfde plaats (dezelfde locus). Of een gen homozygoot of heterozygoot is, is mogelijk door verschillen in de nucleotidenvolgorde van allelen.
Hoeveel Chromosomenparen heeft een zaadcel?
De eicel en zaadcel zijn evenwel de enige cellen van ons lichaam die op een andere manier ontstaan. Aangezien zowel zaadcel als eicel maar 23 chromosomen mogen bevatten (in plaats van 23 chromosomenparen) zijn ze het resultaat van een reductiedeling (of meiose).
Welke factoren kunnen het optreden van mutaties beïnvloeden?
Mutaties zijn te verdelen in enerzijds spontane of natuurlijke mutaties en anderzijds door de mens geïnitieerde mutaties, bijvoorbeeld als onderdeel van genetisch onderzoek of geavanceerde veredelingsmethoden. Zowel straling, chemicaliën, experimentele handelingen, als virussen kunnen mutaties tot stand brengen.
Hoe wordt een genetisch onderzoek gedaan?
Bij erfelijkheidsonderzoek onderzoeken we of uw klachten, de klachten van uw kind of de klachten van andere familieleden een erfelijke oorzaak hebben. Indien van toepassing zoeken we in uw erfelijk materiaal (DNA of chromosomen) naar een afwijking/verandering die deze klachten verklaart.
Welke kenmerken zijn erfelijk?
Er zijn verschillende dingen te erven, en de dingen die je zo kunt zien zijn de dingen aan het uiterlijk.
- Ogen, daarvan kun je de kleur en de vorm erven, maar ook of je een bril nodig hebt.
- Haren, daar kun je de kleur van erven.
- Oren, de losse of vaste oorlel.
- Handen, de vorm.
- Voeten, de vorm.
- Mond, de vorm.
Welke uiterlijke kenmerken zijn dominant?
Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen. Als jij bruine ogen hebt dan kan het zijn dat je 2 genen hebt voor bruine ogen, maar ook dat je 1 gen hebt voor bruin en 1 voor blauw.
Wat is het verschil tussen 1 gen en 1 allel?
Een gen codeert een bepaalde erfelijke eigenschap, waarbij verschillende versies van een gen min of meer verschillende gevolgen kunnen hebben voor die eigenschap van een organisme. Elke uitvoering van een gen wordt een allel (meervoud allelen) of mendeliaanse erffactor genoemd.
Wat is een allel voorbeeld?
Een gen zorgt voor (een deel van) een bepaald kenmerk, zoals haar- of oogkleur. Elk kenmerk heeft verschillende uitingsvormen. Oogkleur van bijvoorbeeld blauw of bruin zijn. Zo’n uitingsvorm noemt men een ‘allel’.
Hoe ontstaat het genotype van een organisme?
Het genotype is de verzameling eigenschappen van het individu die is geërfd van de ouder of ouders. Het begrip is afkomstig van de Deense geleerde Wilhelm Johannsen (1857-1927). Het fenotype van een individu is het totaal van alle waarneembare eigenschappen (kenmerken) van een organisme.
Waar zitten geslachtschromosomen?
Geslachtschromosomen. In de lichaamscellen van een man bevinden zich een X- en een Y-chromosoom en in de lichaamscellen van een vrouw twee X-chromosomen, behoudens uitzonderingen, zie syndroom van Klinefelter. Op het Y-chromosoom zit maar weinig erfelijke informatie.
Van wie heb je de erfelijke eigenschappen in je DNA geerfd?
Het DNA van een mens is verdeeld over 23 paar chromosomen. Van elk paar krijg je er 1 van je vader (via de zaadcel) en 1 van je moeder (via de eicel). Het geslacht wordt ook door chromosomen bepaald: het X- en Y-chromosoom. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen, mannen hebben 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom.
Hoe werken dominante genen?
Het gen voor een bruine oogkleur is een dominant gen. Dominant betekent dat bij aanwezigheid van dit allel, ongeacht wat het andere gen is, de bijbehorende eigenschap tot uiting komt in het fenotype van het organisme. Een recessief allel is een gen dat alleen tot uiting komt wanneer er geen dominant allel aanwezig is.