Wat moet je doen bij de Past Continuous?

Wat moet je doen bij de Past Continuous?

Om de past continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig, namelijk een vervoeging van to be (was of were) + werkwoord met -ing erachter. Het werkt ongeveer hetzelfde als de present continuous, het enige verschil is dat je bij de past continuous de verleden tijd van het werkwoord to be gebruikt.

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Continuous?

Signaalwoorden van de past continuous zijn: yesterday, last week, last year, three days ago, a long time ago, in 1989, etc.

Hoe maak je een zin in de past simple?

De basisregel voor het schrijven van de past simple is: schrijf -ed achter de stam. – to talk: I talked to Jim this morning. – to watch: We watched the match yesterday. – to play: She played with her brother.

Hoe maak je de Past Continuous vragend?

Om een zin vragend te maken met een vorm van Present Continuous moet je het hulpwerkwoord aan het begin van de zin zetten….Vragende zinnen en de present Past Continuous:

  1. I was studying. -> Was I studying?
  2. You were playing soccer. -> Were you playing soccer?
  3. Henk was calling. -> Was Henk calling?

Hoe maak je een Present continuous?

De Present Continuous bestaat uit twee delen: een vorm van ’to be’ (am/is/are) + een werkwoord met –ing erachter. De Present Continuous van ’to play’ is dus: I am / He is / We are playing. Let op! In sommige gevallen moet je er een letter afhalen (bijv. have 🡪 having) of extra bij doen (bijv.

Wat is Past Continuous voorbeeld?

Je gebruikt de Past Continuous als er twee gebeurtenissen in het verleden op hetzelfde moment waren uitgevoerd. Een aantal voorbeelden: I was eating while he was studying. Tim was watching TV, while Bert was talking.

Hoe vertaal je de Past Continuous?

Wil je aangeven dat je iets een tijdje deed, dan gebruik je de past continuous. Om de past continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig, namelijk was/were + werkwoord met -ing erachter.

Hoe maak je de Past Participle?

Uiteraard is er de algemene regel voor het vormen van het voltooid deelwoord. Deze is inf +ed.

Hoe vorm je past perfect?

Je maakt de past perfect met had + voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord maak je bij regelmatige werkwoorden door -ed achter het werkwoord te plakken. Bij onregelmatige werkwoorden, pak je het derde woord uit het rijtje (bijvoorbeeld broken bij to break – broke – broken) .

Hoe maak je de Past Continuous ontkennend?

Om een zin ontkennend te maken met een vorm van Past Continuous moet je not achter het hulpwerkwoord zetten….Ontkennende zinnen en de Past Continuous:

  1. I was studying -> I wasn’t studying.
  2. You were playing soccer. -> You weren’t playing soccer.
  3. Henk was calling -> Henk wasn’t calling.

Related Posts