Inhoudsopgave
Het totaal van onderling samenhangende structurele en culturele elementen (interacties en communicaties, posities resp. normen, waarden, verwachtingen, sociale rollen), dat specifiek is voor een bepaalde groepering.
Sociale systemen zijn steeds open systemen. Voorbeelden zijn: kleine groepen, organisaties, de gehele maatschappij. De interne samenhang wordt verzekerd door de oriëntatie van de deelnemers op een gemeenschappelijkheid (normen, waarden, doel).
Wat is de sociale context?
Sociale omgeving of milieu is het geheel van sociale, culturele, economische, religieuze factoren dat van invloed is op het menselijk gedrag. Hierbij zijn groepen als het gezin, vrienden en collega’s belangrijke factoren, alsook de sociale klasse.
Wat valt onder sociale omgeving?
De sociale omgeving is onder te verdelen in sociale netwerken, woon- en werkomgeving. Hierbij gaat het om familie, vrienden, kennissen, buren, collega’s, buurtactivi- teiten en verenigingen. De sociale omgeving heeft effect op de gezondheid. Dit kan zowel positief als negatief zijn.
Zij zijn onderdeel van je sociale omgeving. Dit is een samenlevingsverband wat groter is dan het gezin en kleiner dan de samenleving als geheel. Je gedrag wordt beïnvloed door je sociale omgeving; de mensen met wie je te maken hebt. We noemen de sociale omgeving waar je onderdeel van bent, ook wel je sociale milieu.
Wat is een rol conflict?
o. (-en), (psychologie) het met elkaar in tegenspraak zijn van verschillende sociale rollen van een persoon. Een sociale rol kan omschreven worden als een reeks verwachtingen omtrent het gedrag dat iemand in een bepaalde positie geacht wordt te vertonen.
Wat is de fysieke leefomgeving?
De natuurlijke omgeving, waaronder ook cultuurlandschappen, behoort geheel tot de fysieke leefomgeving. Onder de natuurlijke omgeving vallen ook onderdelen als lucht, water, bodem en natuur. Ook door de mens gemaakte objecten kunnen tot de fysieke leefomgeving horen.
Invloeden (regels, geboden, verboden) vanuit de sociale omgeving, die bepalen of je het gedrag wel of niet gaat vertonen.