Inhoudsopgave
Wat doet een VVE Coordinator?
De belangrijkste is coördinatie. De coördinator is onder andere verantwoordelijk voor de planning en afstemming van programma-activi- teiten en voor het voorzitten van overleg tussen leidsters en leerkrachten die bij VVE betrokken zijn.
Wat is een doorgaande lijn?
Bij een doorgaande (ontwikkelingsleer)lijn in de VVE gaat het om een ononderbroken ontwikkelingsgang van kinderen van de voorschoolse voorziening naar het onderwijs. Een doorgaande lijn heeft positieve effecten op kinderen, gezinnen (ouders) en personeel.
Wat is het verband van VVE en maatschappelijke ontwikkelingen?
Het doel van VVE (voor- en vroegschoolse educatie) is het voorkomen door vroegtijdig aanpakken van taal- en onderwijsachterstanden bij jonge kinderen. De kinderopvang speelt hierin een belangrijke rol. De BMK voert samen met BK en SWN een ondersteuningstraject voor de VVE uit.
Wat betekent VVE in de zorg?
Voorschoolse educatie: voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar Voorschoolse educatie is voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Zij krijgen dit op de peuterspeelzaal of bij de kinderopvang. Het consultatiebureau geeft kinderen die (een risico op) een onderwijsachterstand hebben een zogenaamde vve-indicatie.
Wat is een doorgaande ontwikkelingslijn?
Het doel van de doorgaande lijn is zorgen voor een vloeiende ontwikkeling en goede ondersteuningen bij overgangen. Als kinderen een incidentele overgang maken, moeten zij geen ontwikkelingsenergie verliezen omdat op de ene plek wordt tegengehouden wat wordt op de andere plek wordt gestimuleerd.
Wat is een VVE indicatie?
Voorschoolse educatie is voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Zij krijgen dit op de peuterspeelzaal of bij de kinderopvang. Het consultatiebureau geeft kinderen die (een risico op) een onderwijsachterstand hebben een zogenaamde vve-indicatie. In iedere gemeente gelden andere voorwaarden voor de vve-indicatie.
Welke 4 onderdelen zijn belangrijk in het aanbieden van VVE?
Het gaat om de:
- Taalontwikkeling: die wordt gericht gestimuleerd door de beginnende geletterdheid en de woordenschat.
- Beginnende rekenvaardigheid, zoals het leren tellen, het meten en de oriëntatie in ruimte en tijd.
- Motorische ontwikkeling: het ontwikkelen van grove en fijne motoriek staat hier centraal.